Berichten uit Diverse Bronnen

 

donderdag 8 februari 2024

Zielen in het Vagevuur die lijden aan onbeschaafde kleding

Bericht aan Valentina Papagna in Sydney, Australië op 21 januari 2024

 

Vandaag nam de Engel me mee om enkele zielen in het Vagevuur te bezoeken.

Eerst bracht de Engel me naar een deel van het Vagevuur, waar ik verschillende groepen jongere vrouwen tegenkwam en met hen praatte. Ze riepen en smeekten mij om hulp, zeggend: “Valentina, kun je ons helpen? Kun je voor ons bidden?”

Ik vroeg enkele van hen: “Wat is de reden dat jullie hier zijn? Wat hebben jullie gedaan?”

De vrouwen antwoordden: “We droegen modieuze kleding en kleedden ons provocerend — korte rokjes en jurken. Nu worden we er zwaar voor gestraft. We wisten niet dat wij God zo erg beledigd hadden.”

Ik zei tegen hen: “De mode is kwaad. Het komt niet van God.”

“Niemand schreef erover of vertelde het ons. We dachten dat het in orde was, en nu we hier zijn, kunnen we niets voor onszelf doen. We moeten lijden,” ze klagten.

Ik zei tegen hen: “Ik heb wel een bericht uitgebracht over hoe je moet aankleden.”

Ze zeiden: “Ja, maar niet in de kerken en andere plaatsen. Niemand heeft het op schrift gesteld voor mensen om te lezen.”

Ik zei: “Het beledigt God erg om vlees bloot te stellen, vooral bij vrouwen.”

Ze zeiden: “We moeten hier lang blijven. Nu spijt het ons.”

Ik zei: “De Zalige Moeder leert me altijd en vertelt me om mensen te zeggen dat we bedekt moeten zijn — niet boven de knieën maar onder de knieën, ja zelfs langer, om onze vlees te dekken en niet blootgesteld te worden.”

“Het is ook de schuld van de kerken, want ze leren mensen niet hoe ze zich moeten aankleden — sommige mensen kleedden zich aan alsof ze naar het strand gingen.”

Na dat de Engel en ik de jongere vrouwen hadden verlaten, liepen we langs een andere groep zielen die ons aanschouwden. Ze wijzen met hun vingers, en ik kon horen hoe zij tegen elkaar zeiden: “Dat is de dame. Zij is het gezicht.” De Engel en ik keken naar elkaar toe en glimlachten.

Deze zielen naderden me en zeiden: “Valentina, jij bent het gezicht — kun je voor ons bidden?”

“Ja, ik zal voor jullie bidden,” zei ik.

We verlieten deze zielen, en de Engel nam me mee naar een ander deel van het Vagevuur, waar ik een bepaald gebouw moest betreden.

Zodra we binnen waren, zei ik tegen de Engel: “Mijn god, ik zou niet graag in dit gedeelte willen zijn.”

Het gebouw was enorm groot, erg verwaarloosd en vernachlaagd — een angstaanjagende plaats. Binnenin was er een enorme gang met veel deuren. Deuren, deuren, overal deuren. Ik had nog nooit zo vele deuren gezien, allemaal los en hangend. Ik liep door de gang en probeerde te kijken wat achter de deuren zat toen ik zware, onheimelijke geluiden hoorde zoals huilen — de geluiden van slechte geesten. De gemartelde zielen die hier vastzitten zijn allemaal mannen.

De Engel kwam bij me en zei: “Nee! Ga niet verder in. Het is niet voor jou, en open geen deur!”

Later op de dag, tijdens de Heilige Mis, boden we aan onze Heer alle zielen die we bezochten, met name die vastgezeten in het gebouw, aan bij de voet van het Heilig Altaar.

Ik zei: “Heer Jezus, heb mededogen met de zielen die achter die gesloten deuren zijn.”

“Heer Jezus, ik open alle deuren,” zei ik.

Onze Heer zei: “Zie, zij roepen om Mijn barmhartigheid.”

Ik kon het niet overkomen van de geluiden die ik hoorde — zoals huilen en jammeren. Niemand bidt voor hen. Het was zo donker en dreigend en onheimelijk. Het duurde me een paar dagen om deze ervaring te verwerken.

Deze laatste plek die ik bezocht in het Vagevuur was zo deprimerend dat ik erg blij was terug te keren naar mijn kamer.

Bron: ➥ valentina-sydneyseer.com.au