Berichten uit Diverse Bronnen

 

vrijdag 10 mei 2024

We Should Praise Our Lord Jesus

Bericht aan Valentina Papagna in Sydney, Australië op 23 april 2024

 

Vandaag kwam de engel en nam me mee naar een plaats in het vagevuur, waar ik als eerste de menigte kanen opviel! Er waren er zo veel; ze waren erg vuil, oud en van aluminium gemaakt.

Ik vroeg de engel: “Wat doen al die kanen daar op de grond?”

De engel zei: “Je moet ze schoonmaken en polijsten.”

“Goed, ik neem er drie mee, en ik zal ze schoonmaken,” antwoordde ik. De kanen schoonmaken helpt de Heilige Zielen.

Ik nam drie kanen van heel voorin. De engel zei: “Kom met me, dan laat ik je zien waar je zeupwater en staalwol kunt krijgen om ze te schoonmaken.”

De engel bracht me naar een mooi huis in de buurt. Ik klopte aan de open deur. Ik was bijna binnen gegaan, maar ik dacht: ‘Nee, toon respect — ik had beter even te vragen of ze mij wat zeupwater en staalwol kunnen lenen.’

Terwijl ik daar stond, zag ik dat het zeupwater en de staalwol al op de vloer in de hal van het huis lagen. Ik stapte binnen en nam het water en de staalwol mee, en ging terug buiten, zette het water voor het huis neer, knielde af en begon met het schoonmaken van de kanen.

Toen ik de kanen eerst pakte, waren ze klein, ongeveer vijfentwintig centimeter hoog, maar naarmate ik ze schoonmaakte, groeiden ze tot ongeveer een halve meter.

Terwijl ik aan het schoonmaken was, kwam er een man uit het huis en zei: “Ik heb geen privacy meer sinds al deze mensen hier overnemen,” met zijn hand in een zwaaiende beweging aanduwend.

Ik zei tegen hem: “Wees niet boos. Eén dag zal je blij zijn, en je zult het niet spijten.” Ik herkende deze man niet. Hij liep dan weg. De man droeg een elegante pak en had een koffertje in zijn rechterhand. Hij zag er zeer aanzienlijk uit. Ik dacht bij mezelf: ‘Die persoon is geen ziel.’

Terwijl ik knield en de kanen schoonmaakte, ze maakte hen glansend, keek ik naar al die vuile kanen die nog schoonmoesten. Ik zei tegen de engel: “Oh mijn, als ik allemaal af heb, lijkt het erop alsof ik hier voor altijd zullen zijn. Er zijn er zo veel!”

De engel zei: “Nee, volgende keer.”

Plotselijk verscheen een klein peutertje van ongeveer twee jaar oud. Hij hield een vierkantig bord in zijn hand waarop een dunne vierkant taart zat. Hij zei: “Wil je mijn appeltaart proeven?”

“Ohh,” zei ik, “Niet nu, ik ben bezig. Misschien later.”

Hij bleef om me heen lopen met zijn appeltaart.

Ik dacht: ‘Oh kinderen, ze raken alles aan en maken dan taarten met hun ongewassen handen.’

Hij zei: “Je hebt beloofd dat je mijn appeltaart zou proeven. Proef hem. Ik heb hem zelf gemaakt.”

Ik zei: “Oh, goed jongen.”

Ik brak een klein stukje van de hoek af van de appeltaart en proefde ervan.

Ik zei: "Oh, het smakt lekker." De peuter glimlachte en was blij. Voor ik de appeltaart proefde, voelde ik me erg overweldigd en depressief door al het schone werk dat er nog op zat te doen. Maar na het proeven van de appeltaart steeg mijn geest en verdween de depressie volledig uit mij.

Hij bleef om me heen terwijl ik knielend bezig was met polijsten van de kruiken. Toen ik klaar was met schonen, verscheen er een biechtstoel gemaakt van koperachtig materiaal voor me. Die moest ook worden schoongemaakt en gepolijst.

De engel zei: "Onze Lieve Vrouw is erg eigenzinnig. Probeer zo veel mogelijk van de vlekken te verwijderen."

Ik zei: "Ja, ik zal het schoonmaken."

Ik polijste en polijste, maar je weet, koper, je kunt niet alle vlekken verwijderen — kleine merkteken blijven op sommige plaatsen zitten. Ik kon de bovenkant van de biechtstoel niet bereiken omdat die erg hoog was.

De jongen zei tegen me: "Zie, dit is de biechtstoel. Ze verzamelen stof omdat er nauwelijks mensen gebruik van maken."

Terwijl ik bewonderend en kijkend naar de biechtstoel die ik net schoongemaakt had, knielde ik opnieuw en zei: "Ik had beter deze zeepwater en staalwol kwijt."

De engel zei: "Haal wat schone water. Je hebt geen staalwol nodig." Plotseling verscheen er een schoon, mooi, rond kommetje met water voor me waar ik knielde. De engel bracht me dan een klein roze gekleurd sponsje.

De kleine peuter bleef de hele tijd bij mij. Hij stond naast me en vroeg: "Wil je mijn handjes wassen?" Oh, ik voelde me zo geraakt toen ik zijn mooie kleine handjes zag. Na het wassen zei hij dan: "En wat is met mijn gezicht?"

Ik zei: "Je hoeft je gezicht niet te wassen."

Hij zei: "Nee, nee, ik wil dat jij mijn gezicht wast."

Dan was ik zijn gezicht met het kleine sponsje. Hij zei: "Ik ben als een kind en ik word ook vuil door dingen aan te raken en eten."

Terwijl ik het gezicht van de peuter was, verscheen er naast ons een man in pak, dezelfde persoon die eerder uit huis gegaan was, maar deze keer had hij geen map bij zich. De peuter kijkte omhoog en zei tegen de man: "Hallo, Vader."

Hij antwoordde: "Hallo."

De man keek naar beneden op me met een strenge blik, verliet ons dan en ging terug het huis in.

Op dat moment, terwijl ik het gezicht van de peuter was en zijn schoonheid bewonderde en zijn roze rode en pikkelige wangen, kijkte hij rechtstreeks in mijn ogen — zijn kleine oogjes doorden door me heen, diep in mijn ziel. De blik was zo overweldigend dat ik wist Hij kon mijn hele binnenste zien. Dan realiseerde ik mij op dat moment dat de Peuter Onze Heer Jezus is! De Man in het pak is God de Vader!

Toen ik klaar was met het wassen van het gezichtje van Onze Heer, verscheen plotseling Onze Heer aan mijn rechterzijde als een volwassen Man, ongeveer twintig jaar oud. De kleine Peutertje en de appeltaart verdweenden. Ik keek op naar Onze Heer Jezus, en Hij glimlachte. Plotseling verscheen er een heilige vrouw, en ook andere mensen waren aanwezig. Zij zei: “Ik ben een Heilige uit de Hemel, en ik kom uit het Caribisch gebied.”

Ik zei: “Oh, aangenaam kennis te maken.” Ze noemde haar naam niet.

Ze wijst naar Onze Heer Jezus en zei: “Hij is zo'n goede Man. Zo’n goede Man en God. Hij heeft al miljoenen en miljoenen mensen gered en verzoend. Iedereen zou Hem zo dankbaar moeten zijn, Hem prijzen en Hem liefhebben. Hoeveel miljoen mensen Hij verlost heeft — Hij is zo’n goede God.” Ik kon zien dat Onze Heer erg blij was toen zij dit zei.

Ze prijsde Onze Heer terwijl zij mij dit vertelde.

Bedankt, Heer Jezus, voor Uw goedheid en Uw barmhartigheid.

Bron: ➥ valentina-sydneyseer.com.au