woensdag 16 maart 2016
Woensdag, 16 maart 2016

Woensdag, 16 maart 2016:
Jezus zei: “Mijn volk, jullie lezen in het Boek van Daniël (Dn 3:1-97) hoe Sadrech, Mesach en Abednego weigerden om voor de beeldhouwwerk van de koning te buigen en hem aan te bidden. Zij boden alleen Mij aan, en geen enkele valse afgod. Dit maakte Koning Nebukadnezar erg boos, dus liet hij de drie jonge mannen in de witte gloeiende oven gooien. Ze zouden liever sterven dan een valse god aanbidden. Maar Ik zond mijn engel om hen te beschermen tegen het vuur, en de koning besefte dat de God van de Israelieten de ware God is, en de koning bekeerde zich. Vandaag zien jullie christenen die door moslims worden gedood, en alle christenen worden vervolgd om Mijn Naam heilig te houden. Ik ben gestorven aan het kruis voor al de zondaars, maar hoeveel mensen zijn bereid om te sterven voor hun geloof in Mij? Jullie willen niet de Antichrist of enige afgoden voor Mij aanbidden. Sommigen van mijn getrouwen kunnen worden getoetst met martelaarschap, wat beter is dan valse goden aanbidden. Wees sterk in jullie geloof en roep op Mijn genade om tegen alle abortussen, homohuwelijken, euthanasie of enige seksuele zonden van ontucht of overspel in jullie samenleving te staan. Door mijn liefde en mijn wetten getuigen in plaats van de wetten der mensen, zal jullie een grote beloning in de hemel ontvangen.”
Jezus zei: “Mijn volk, als jullie veel voedsel hebben, hebt jullie de energie om veel werk te doen. Maar als jullie hongeren en bezorgd bent over waar hun volgende maaltijd vandaan komt, is het moeilijk iets te doen. In Amerika hebben zelfs de armen voedselschappen en welzijnsvoorzieningen die hen ondersteunen. In buitenlandse landen zijn er niet altijd openbare voorzieningen om de armen te steunen, ofwel kunnen charitatieve organisaties geen beschikbare faciliteiten bieden om te helpen. De armen in deze landen zouden jullie donaties en gebeden kunnen gebruiken. Ik weet dat mensen hun favoriete goede doelen hebben, maar vind het in jullie hart om de hongerende armen in buitenlandse landen te voeden.”